zoé en het roze vierkant

Haar vader is de broer van een van haar moeders. Verwarrend? Welnee, Zoé is Zoé. Een geweldig meisje dat niet snel om een vader of moeder verlegen zit. Ze heeft er vier. “Ik heb nooit het verlangen naar een ‘normale’ familie gehad.”

Zoé is zeventien. Haar van oorsprong Griekse naam betekent leven. Geen tekort daaraan: Ze danst, viert, hockeyt, tekent, maakt muziek. Ook aan zorg ontbreekt het haar niet. Als Zoé in huis iets kwijt is, roept ze keihard ‘Mááháááám!’ Dan zoeken vier ogen mee.
Haar ene moeder heet Joke. Die werkt bij de gemeente Utrecht aan grotere veiligheid in het uitgaansleven. De andere moeder is Birgitta, grafisch vormgever/ontwerper. Begin jaren 90 kiemde hun liefde. Al snel groeide ook een kinderwens. Veel gesprekken, afwegingen, nog een glas wijn.
Eind jaren negentig was het helder: Eduard, een van de zes broers van Birgitta, zou de vader worden. Hij is kunstenaar in Amsterdam. Zijn lief is de Zwitserse choreograaf Martino, met wie hij samenwoont.
Op 27 juli 1999 liet het leven zich horen. Zoé werd geboren. Twee trotse moeders, twee trotse vaders. Bij Albert Heijn in de Bossche binnenstad ontstond tijdelijk een tekort aan muisjes. Roze. Er was extra reden om ze te strooien.

Coupé
Zoé zit aan tafel in Engelen, het kerkdorp waar ze met haar moeders woont. Mooi, mijmerend meisje. Maar ook stoer, met onderkoelde humor. In haar leven is geen sprake van een roze driehoek, maar van een roze vierkant – twee vaders en twee moeders. Ze vindt het zo vanzelfsprekend dat ze het onalledaagse karakter ervan niet meer ziet. Een herinnering: “Als klein kind zat ik met m’n moeder in de trein naar Amsterdam; gemiddeld één keer in de maand logeer ik bij Eduard en Martino. In de coupé begon ik hardop te vertellen dat m’n pappa de broer van m’n mamma is et cetera.” De vertwijfelde noodremblik van haar moeder ging aan haar voorbij. Nog altijd kan Zoé het vreemd vinden als haar moeders aarzelen om op straat hand in hand te lopen. “Voor mij is het zó logisch. Ik ben opgegroeid in een accepterende homo-omgeving. Maar ja, ik hoef ook niet bang te zijn voor opmerkingen van anderen.”

Verbazing
Bij vrienden en vriendinnen roept haar oudersituatie vaak een combinatie van verwondering en enthousiasme op. Afwijzing komt ze niet tegen. Wel proeft ze lichte aarzeling bij jongeren die in de islam geloven. Zelf heeft Zoé nooit gêne gevoeld. “Ik vind het eerlijk gezegd wel leuk om telkens weer die verbazing te zien.” Wel kan het haar soms vermoeien dat ze als autoriteit op het gebied van seksuele geaardheid wordt gezien. “Als in de mentorklas iemand vraagt of LHBT erfelijk is, dan voel ik alle ogen op me. Niet zo fijn. Dan voel ik me bijna verplicht om antwoord te geven. Maar ik wil niet dat ze me anders dan anderen gaan zien.”   

Op vrouwen
Zo’n twaalf keer in haar leven stelde een meisje – nooit een jongen – haar rechtstreeks of indirect de vraag of ze ook op vrouwen valt. Telkens gaf Zoé hetzelfde antwoord: “Euh, nee. Maar mocht het zo zijn, dan ben ik niet bang om ervoor uit te komen. Ik zou het ook niet vervelend vinden als een lesbisch meisje me leuk zou vinden. Dat zou ik vooral als een compliment zien.”
In de regel kan ze het goed vinden met jongens. Met Willem, ook een zesdeklasser, maakt ze regelmatig huiswerk. Toch een kanttekening: “Ik ben vaak wantrouwender naar jongens en mannen dan naar vrouwen. Ik weet minder goed hoe ze denken en voelen. Omdat ik met twee moeders woon, is de jongenswereld onbekender voor me.”

Denemarken
Nog anderhalve week. Dan gaan ze met z’n vijven op reis. Zoé met The Mamas and The Papas. Wordt het Californian Dreaming? Nee, Deens dromen: in Arhus gaan ze de Open Dag van het European Film College bezoeken. Zoé hoopt vurig dat ze daar aangenomen wordt. De film die ze zou willen maken: “Een psychologisch drama, waarin van alles gebeurt. Eentje die echt binnenkomt, die ontroert, die raakt.” Vast autobiografisch. Soon in your theatre: The Life Of Zoé.