Tot haar dertigste stopte Dorien haar liefde voor vrouwen weg. Dat vond ze niet erg. Liever zwijgen dan het risico dat de buitenwacht haar met lesbische ‘manvrouwen’ zou vereenzelvigen. Toen sprong ze in het diepe.
Aan tafel in Den Bosch-Zuid. Ze schenkt thee. Dorien heeft een lach die het patenteren waard is. Fijntjes, licht spottend. Haar blik is vaak onverschrokken. Zo van kom-maar-op. Toch is dat maar de halve waarheid. In haar ogen woont ook bedachtzaamheid. In sterke mate? Ja. Geef haar een rugnummer, zet haar op een stoeltje en wacht af. Grote kans dat ze het lokale kampioenschap ‘Kat uit de boom kijken’ wint, al zou het haar twee dagen, vijf uur en elf minuten kosten. Kwestie van volharding.
Robuust
Ze groeide op in het Vlaamse dorp Pulderbos, vlakbij Lier. Vanaf haar tiende gaf ze haar ziel en zaligheid aan vrouwenvoetbalteam F.C. Nijlen. Positie? Doelverdediger, wat haar karakterologisch ook beter past dan aanvalster. “Tien jaar lang heb ik gevoetbald. De club voelde als een tweede familie. Achteraf bezien was het ook een vorm van escapisme. Thuis was het niet altijd makkelijk.”
Op haar vijftiende stierf haar vader. Haar moeder zonk weg in periodes van diepe zwaarmoedigheid. Het wakkerde haar sportliefde aan: rennen, afzien, vergeten. L’amour? Daar was ze volstrekt niet mee bezig. “Ik zat op een meisjesschool en was in alles een laatbloeier. Wel vond ik vrouwen interessant. Als ik ‘Medisch Centrum West’ keek, had ik meer oog voor zuster Ingrid dan voor dokter Jan; in ‘Flying Doctors’ vond ik Kate leuker dan George.”
Vrijwel alle meiden in haar voetbalteam waren lesbisch, wist Dorien. Het leeuwendeel oogde robuust en bonkig. Vrouwenliefde sprak haar aan, maar de masculiene verschijning van velen stond haar tegen. Weloverwogen zette Dorien haar gevoelens buitenspel: “Mij leek niets zo erg als geassocieerd worden met damesteam ’t Steentje uit Grobbendonk. Die hadden nog net geen snor.”
Rekensom
Met denkkracht kon Dorien veel smoren, ontdekte ze. Ze herinnert zich een godsdienstles op school. Vijftien moet ze zijn geweest. De juf vertelde dat God de man en de vrouw had geschapen. Maar soms, zo klonk het, hielden mensen van hun eigen sekse. “Volgens de juf was dat maar tien procent. “In stilte maakte ik een geruststellende rekensom: ooooh, dat waren Hilde en Christine! Dan kon ík het niet zijn.” Enkele jaren later zou Dorien haar eerste liefde beleven. Met een man. “Ik hield van hem. Het gaf ook opluchting: blijkbaar was ik niet ‘veroordeeld’ tot de wereld van mannelijk uitziende lesbische vrouwen.” Maar langzaam ebde de hartstocht weg. Er ontbrak iets, concludeerde Dorien. Ze nam afscheid van hem. “Ik ben er anderhalf jaar verdrietig om geweest.”
Wat niet wegsijpelde, was de vage maar verwarrende hunker naar vrouwen. De remedie: extreem veel sporten. Dat verdrong elk verlangen. Twaalf uur per week was Dorien op velden en in sportcentra te vinden. Zo wist ze haar innerlijke conflict te luwen. Binnen de lijnen, met oog voor spelregels.
Tibet
Op haar dertigste gaf Dorien eindelijk toe dat liefde geen wedstrijd tegen jezelf is. Ze werd verliefd. Op Bea, met wie ze een jaar een relatie had. In 2006 vond Dorien de ware liefde. In Tibet. Haar naam: Carla. Op 3600 meter hoogte verloren ze hun hart aan elkaar. Bergen waren er nog volop te verzetten: met name de ouders van Carla hadden tijd nodig om te wennen aan hun vrouwenliefde. Maar geduld loont. In 2015 dwarrelde confetti. Carla en Dorien gaven elkaar het ja-woord.
Ze wonen samen. Enkele malen per week rijdt Dorien naar het Heilig Graf in Turnhout, een school voor basis- en secundair onderwijs. Ze is gymjuf. Haar angst voor roze karikaturen en sjablonen is nooit helemaal verdwenen. “Ik merk het in de omgang met kinderen. Als er eentje in een grote groep roept ‘Hé mevrouw, ik zie een trouwring!’, dan zal ik niet snel vertellen dat ik met een vrouw ben getrouwd. In kleiner gezelschap vertel ik dat wel.”
Liefde
De kat, de boom, de mededeelzaamheid: waarom heeft Dorien haar oorspronkelijke aarzeling om een interview te geven volledig laten varen? “Al zou er maar één meisje van zestien zijn dat dit verhaal leest en daar kracht in vindt, dan zou het al fijn zijn”, zegt de gymjuf. Omdat de liefde wil apenkooien.