ouderliefde forever

Het is 1991. Zoon Jos vertelt dat hij gay is. Marguerite van Delft [65] brandt geen salie om de kwade geest te verdrijven, maar springt liefdevol op de bres voor hem. Ontmoeting met een Brabantse vrouw die vele ouders van LHBT’ers leerde kennen en ondersteunde.

Als de dag van gisteren. Zo helder staat het haar nog voor de geest. Jos was zestien. Haar scherpe moederoog merkte zijn onrust al een tijdje op. Gedoe op de havo, rebels gedrag op een schoolkamp. Voor de draad ermee, was haar stille wens. Die vervulde hij. “Ik denk dat ik homoseksueel ben”, zei Jos op een dag. Met het diplomatiek geformuleerde ‘ik denk’ hield hij nog een slag om de arm. Maar niet lang.
Het gezin stond achter Jos. Tegelijkertijd wilde Marguerite haar kind voor tegenslag behoeden. Zijn geaardheid maakte hem mogelijk extra kwetsbaar. Openhartig: “We woonden in Drunen, een dorp. In die tijd wist je dat mannen- en vrouwenliefde bestond. Meer ook niet.”
Marguerite besloot haar zoon bij te staan op zijn zoektocht. Ze verrichtte veldwerk, wees hem op de toenmalige Kringen van het COC. Al snel wist ze van de hoed en de roze rand. Binnen twee jaar was ze voorzitter van Stichting Landelijk Overleg Werkgroepen Ouders van Homoseksuele Kinderen, een club die in de jaren 70 was opgericht. Tot de eeuwwisseling zou Marguerite de voorzittershamer houden.

Voorlichting
Het SLOW, zoals het in de wandelgangen heette, verenigde een dozijn regionale werkgroepen van ouders van LHBT’ers. “Nou ja, van de B en de T was nog weinig sprake”, zegt Marguerite glimlachend. Maar werk aan de winkel was er volop: educatief materiaal maken en verspreiden, voorlichting geven aan Vrouwengildes en andere gezelschappen, op huisbezoek. “Bij SLOW waren ouders betrokken die zowel zorg als bezorgdheid deelden Ze wilden dat het goed ging tussen ouders en kind. Vaak waren het dappere mensen. Dat gold zeker voor een werkgroep zoals die in Veenendaal, waar veel streng-gereformeerde mensen wonen.”
Ze legt wat voorlichtingsboekjes van SLOW op tafel, uit de jaren dat internet nog niet bestond. Op de cover: ‘Handige tips voor jongeren bij hun coming out’ en ‘Het verwerkingsproces van ouders.’ Veel tekst, weinig plaatjes. De toon is vriendelijk maar voorzichtig, bij vlagen aandoenlijk. Een passage: “Om de ouders niet te provoceren, kan de jongere er in het begin beter voor oppassen om met de partner te zoenen of te vrijen in hun nabijheid.”
In de loop van deze eeuw is de SLOW opgedoekt. De levensvatbaarheid verminderde. Oorzaken: de ruime beschikbaarheid van digitale informatie en contactmogelijkheden, de toegenomen acceptatie van LHBT’ers en krappere tijd. “Dit is een werkende maatschappij. Niet iedereen heeft tijd om informatiebijeenkomsten te bezoeken.”

Bellen
Aan tafel zit ook Jozef [72], de vader van Jos. Stil water, diepe gronden. Een herinnering die in hem opborrelt: “Toen onze Jos vertelde dat hij op jongens viel, hebben we dat al snel in de familie bekendgemaakt. Voor ons gold: ‘Wie ons laat vallen, is geen familie meer.’
Die zorg bleek ongegrond. Ook de familie steunde hem.”
Tot die tijd ging het echtpaar Van Delft vaak naar de kerk. Maar homoseksualiteit en katholicisme botsen. Dat voelde niet goed, zegt Jozef. “Uiteindelijk bewaar je het goede van het geloof, maar verlaat je de kerk.” Marguerite knikt instemmend.
Inmiddels is Jos veertig en inwoner van Den Bosch. Hij heeft een vriend, met wie hij gelukkig is. Op verzoek laat Marguerite een foto van haar zoon zien. Een goedlachse, mooie man in tenniskleding. Elke dag belt hij zijn ouders minstens één keer. Voor de gezelligheid. Bezorgd zijn ze allang niet meer. Nou ja, eventjes: toen hij in het islamitische Gambia op vakantie ging. Maar gezond en wel keerde hij terug. Naar Brabant. Want daar brandt roze licht.