Een breuk is een deling. Ook buiten de wiskunde, ontdekte accountant Emiel Hulshof [49]. Hij moest zijn huwelijk verbreken om het leven met een man te kunnen delen. Ontmoeting met een opbloeier.
Emiel vertelt zoekend. Een man die nadenkt voordat hij iets zegt – een stijl die in Nederland anno 2017 octrooi verdient. Is die bedachtzaamheid de erfenis van jarenlang emoties wegdrukken? Emiel sluit het niet uit. Als je zwijgt over wat in je ritselt, word je minder uitgesproken.
Het begon overzichtelijk. Eind jaren tachtig werkte hij bij de V&D Klantenservice in Den Bosch. Zij ook. Ze gingen een avondje uit, kregen verkering, trouwden. Maar zevendehemelgeluk bleef uit. Bij Klantenservice kon je alles binnen acht dagen ruilen, had het jonge bruidspaar geleerd. Maar liefde kent geen kassabon.
Na een studie ging Emiel als accountant aan de slag. Kalm, consciëntieus werk. Paste bij hem. Minder kalm was z’n polsslag. In de loop van de tijd keek hij steeds vaker naar mannen. Heimelijk. Emiel zweeg. Tot die vrijdagavond in oktober 2005.
Enkele seconden nadat hij zijn vrouw over zijn verborgen aard had verteld, stapte ze verbijsterd het huis uit. Over, voorbij. De scheiding had zich nagenoeg woordeloos voltrokken. “Ik was ontgoocheld over mezelf”, herinnert Emiel zich. “Allerminst trots. Ook omdat we drie jonge kinderen hadden. Indertijd waren ze twee, vier en zes jaar.” Tijdelijk nam hij zijn intrek bij z’n ouders. Zijn oudste zoon en dochter hielpen met spulletjes wegbrengen. Later kon Emiel op een appartementje in de Postelstraat terecht. In die tijd viel hij vijftien kilo af. Van de stress.
VONK
Emiel keek terug op zijn leven. Nee, mannenliefde was niet uit de roze lucht komen vallen. ‘Gôh, wat een leuke vent’, had hij vroeger over een docent gedacht. Bij V&D had hij veel homoseksuele medewerkers leren kennen. “Het warenhuis stond erom bekend. Het was een wereldje van mode, kleding en stoffen. Op het snijvlak van ondernemerschap en creativiteit kom je vaak homo’s tegen.”
Vijf maanden na de breuk met zijn echtgenote ontmoette hij Fred. Op een chatsite. Eerder was hij al een keer in Kabberdoes geweest, het Bossche gay café. “Ik wilde ervaring opdoen. Maar het was ook wennen. Homo’s kunnen wel héél direct zijn, zowel in aankijken als in aanraken.” De eerste ontmoeting met Fred verliep bedaarder. Pas de tweede keer vielen woord en daad samen. Enkele maanden later trok Fred bij hem in Rosmalen in. “Een grote stap. Opeens woonde ik samen, met een man zonder kinderwens.”
CAMPING
Het kwam goed. Ze zijn inmiddels getrouwd. “Ik voelde een lichte triomf toen ik voor de eerste keer kon zeggen: ‘Dit is mijn man.’ Maar ik loop er niet mee te koop. Ook op straat pakken we niet snel elkaars hand. Ooit deden we dat in Amsterdam. We dachten: als het ergens kan, is het wel hier. Maar enkele Marokkaanse jongens scholden ons uit. Ja, dat raakt je.”
Beiden hebben een uitstekende band met de drie kinderen uit Emiels eerste huwelijk. Als ze met zijn vijven op een camping staan, beleven ze plezier aan de vragende blikken van andere kampeerders: ‘Hoe zít dat daar?’
Elf jaar na de breuk deelt Emiel zijn gekwadrateerde levenslust met Fred. Hij denkt na. De vraag was: kun je een winst- en verliesrekening opmaken? Dan: “Ik vond het verschrikkelijk om mensen verdriet te doen met het uit de kast komen. Kwetsen is niet mijn ding. Maar ik ben er een stuk gelukkiger van geworden.”