Hij kijkt uit het raam van het Bossche brugwachtershokje, waar het gesprek plaatsheeft. Het biedt zicht op de Zuid-Willemsvaart die al drie jaar leeg is. Maar als je lang in zijn ogen kijkt, zie je één schip varen: de Quo Vadis. Waarheen, Jan Julius? Gesprek met een zoeker.
Hij groeide op in Den Bosch. Maar sinds anderhalf jaar woont Jan Julius [20] in Amsterdam. Aan de universiteit studeert hij media en cultuur. Happy encounter of the genetic kind: zijn moeder Ilse Vermeulen is beeldend kunstenaar, vader Julius Wintermans grafisch vormgever en tot voor kort beeldredacteur bij het Brabants Dagblad. Minstens eenmaal in de week treint hij naar Den Bosch. Tweedeklas coupé, eersteklas verlangen om zijn ouders, zus Sophia of zijn handjevol vrienden te zien. Zijn liefde voor de Brabantse hoofdstad is bitterzoet. In de brugklas werd hij gepest. Maar het is ook de stad van de eerste jongensmond – op de bank bij zijn ouders thuis.
Onderzoeken
Op zijn twaalfde ontdekte Jan Julius dat hij jongens spannend vond. In het vuur pissen bij de scouting; de tongzoen van Philémon en Sander bij ‘Try Before You Die’. Zulke taferelen verwarden hem. Hij dacht erover na. Elke mens heeft circa honderd miljard hersencellen, maar het valt niet uit te sluiten dat Jan Julius ruimer begenadigd is. Hij dacht er heel veel over na. “Ik had het er ook veel over met m’n ouders. Vooral met m’n vader; gesprekken op de rand van m’n bed, voor ik ging slapen. Ze hebben me altijd gesteund.”
De uitkomsten van al die gedachte-exercities zijn nog steeds in wording. Hij voelt zich homo, maar heeft zich lange tijd afgevraagd of hij dat wel voor honderd procent is. Hardop mijmerend: “Ik ben man. Tenminste: ik woon in een mannenlichaam, waar ik tevreden mee ben. Maar ik ben meer vrouwelijk dan mannelijk. Zacht, gevoelig. Opmaken en verkleden vind ik leuk. Als ik een baarmoeder had, zou ik ook een kind willen dragen. Daar zou ik de littekens voor over hebben.”
Terwijl hij de volle koektrommel op tafel gedachteloos streelt: “Als ik langer over mijn identiteit zou doorpraten, dan kom je uit bij gender non-binary [een ruimer perspectief dan de beperkte keuze man of vrouw – red.] Als je verder zou doorvragen over mijn seksualiteit, dan kun je me bi- of nog specifieker pan-seksueel noemen. Maar aangezien ik enkel seks met mannen heb gehad – en ik ook tevreden ben als man – komen al die begrippen niet zo snel aan bod.”
Grindr
Hij leeft zoals hij spreekt. Onaf, snel: zo’n honderdvijftig woorden per minuut. “Ik wil veel. Doe ook veel. Colleges volgen; oberen in restaurant The Garlic Queen in Amsterdam; blogs voor m’n website schrijven; typetjes bedenken.” Eén typetje – “schrijf maar niet welke; ik hou van mysterie” – heeft op YouTube zelfs een kanaal waarop ruim 9.300 mensen zich hebben geabonneerd.
En hij heeft lief zoals hij spreekt. Gulzig, vluchtig maar intens: “Ik ontmoet veel mensen, vooral op Grindr [geosociale app voor gays die contact in de nabijheid zoeken – red.] Vaak is het eenmalig. Online daten past bij deze tijd en bij mijn generatie.” Zijn zoektocht naar identiteit en liefde is grenzeloos. Letterlijk zelfs: Jan Julius heeft een zwak voor buitenlandse toeristen. Hij ontmoette er velen, van Amerikaanse legerofficier tot Aziatische moderedacteur. “Maar het besef dat ze binnen enkele dagen uit je leven stappen, breekt me op. Dat weerhoudt me ervan om toeristen te daten.” Wel vlindert hij in cafés en op de homostudentenvereniging. Met overtuiging: “Monogamie vind ik moeilijk voorstelbaar. Als ik ouder ben, kan ik me een langdurige relatie voorstellen, maar het liefst open.”
Droom
Bang is hij vrijwel nooit. Noch in de armen van een onbekende jongen of man [“ik vrij altijd veilig”], noch op straat. Eén keer had hij schrik, toen hij uitgedost als drag queen werd nagejouwd. Maar verder laat hij zich niet op de kast jagen waar hij vol ontvankelijkheid uit is gekomen.
In het brugwachtershuisje praat Jan Julius een gat in de middag. Over zijn droom – een bioscoopfilm of theaterspektakel waarin al zijn typetjes opduiken. Over het stuivertje wisselen van extreme onzekerheid en zekerheid: pas na 170 rijlessen slagen, maar óók excelleren op school. Over de docenten die hem stut en steun boden, met name meneer Oltmans van het Stedelijk Gymnasium, de wiskundeleraar die begin 2016 van zijn oude school sprong.
Hij vertelt en vertelt. Over de utopische verleiding van een driehoeksverhouding. Over een kinderwens op termijn. Over zijn vermogen om lust en liefde haarfijn te kunnen onderscheiden. Af en toe plukt Jan Julius aan de oranje reddingsboei achter hem. Bij zijn vertrek laat hij hem aan de muur hangen. De zee van liefde is groot en huiveringwekkend, maar Jan Julius kan zonder.