leve de eriocrania cicatricella!

De buik is een biotoop voor vlinders. Was het een dagpauwoog die Ivo van Harmelen die avond voelde? Een kuifvlinder of een pimpernelblauwtje? Eerder een vuurvlinder. Dat voelde hij bij de aanblik van Jean-Marc.
Die man. Achter de tapkast van gay café De Wolkenkrabber in Utrecht. Ivo bestelde een biertje bij hem. Nog eentje. Om de verwarring te luwen. De laatste ronde, de eerste kus. Zevenentwintig jaar zijn ze nu bij elkaar. In hun buik fladdert de Eriocrania cicatricella rond – de roze purpermot.
Ivo’s wieg stond in de Bommelerwaard. Zware kerken, zware klei. Pas op z’n drieëntwintigste ontdekte hij de liefde voor mannen. “Ik werkte als productieassistent in Hilversum. Bij het afscheid van een man op het NOS-terrein kreeg ik opeens hartkloppingen. Ik was verliefd. Zomaar, het kwam uit de lucht vallen.” De relatie die ontstond, beklijfde niet. Dat l’amour onvergankelijk kan zijn, zou hij later ontdekken. Met Jean-Marc. In [1994] vierden ze hun eerste liefdeslustrum in een parochiezaaltje in Zaltbommel. Opschrift op de muur: ‘Vrede met U.’

IKEA
Bij IKEA hebben ze kasten met fascinerende namen. Van Läckö en Godmorgon tot Pallra en Isala. Maar geen Bög, het Zweedse woord voor homo. Geen ramp. Ivo wist eruit te komen. Toch valt er nog veel terrein te winnen, weet hij. “Acceptatie van LHBT’ers is geen vanzelfsprekendheid. Zelfs niet in hoger opgeleide kringen. Op straat loop ik bijna nooit hand in hand met Jean-Marc. Hij is mijn man, we zijn getrouwd. Maar enige waakzaamheid blijft geboden. Naroepen, schelden. Dat gebeurt.”
Tegelijkertijd prijst hij zich gelukkig dat hij in Nederland woont. Elders in Europa en in de Arabische wereld hebben LHBT’ers het vaak zwaarder te verduren. “Geweld komt nog steeds voor. In Zuid-Italië is het geen zeldzaamheid dat een LHBT’er zijn/haar geaardheid met de dood moet bekopen.” Of religieus conservatisme vaak de bron van agressie is? Ivo aarzelt. Groenezepige uitspraken zijn er al voldoende in de wereld. Fijntjes, maar niet zonder vilein: “Onder de Polen die in Nederland komen werken, zijn relatief veel LHBT’ers. Hier krijgen ze meer lucht dan in hun eigen streng-katholieke land.”

Elf
Ivo werkte elf jaar en 11 maanden bij NS en elf jaar en 11 maanden bij Remia. Liefde voor het gekkengetal? Ja, hij is dol op carnaval. Ook het Roze Jaar 2017, waar hij programmamanager van is, ziet hij als een vrolijke aangelegenheid. Moet lukken in ’s-Hertogenbosch, waar hij woont: “Het is net genoeg stad om een flinke subcultuur te kunnen verdragen. Toch kan Roze Zaterdag [24 juni 2017] spannend worden. Het is kleurrijker dan de vele andere festivals in de stad.”
Hij verwacht dat Roze Zaterdag zo’n 25.000 tot 40.000 mensen zal trekken. Zijn diepste wens is dat niet alleen mensen uit de LHBT-gemeenschap deelnemen. “Het is een dag om met elkaar onszelf te zijn. Maar bovenal een dag voor iedereen die zich in die vrijheid herkent.”