het roze nest

Ze groeide op in Hilversum. Moeder, vader, vijf kinderen. Vier van hen bleken gay te zijn. Openhartig gesprek met Ingrid van Scharrenburg.

Een slagerij en automatiek hadden ze. Maar een onsje meer kon het huiselijk geluk uiteindelijk niet zijn. Halverwege de jaren 60 scheidden haar vader en moeder. “Ik was de enige op school van wie de ouders uit elkaar gingen. Dat was een schande in die tijd.” Moeder, die van oorsprong uit Den Dungen kwam, pakte haar koffers plus vijf valiesjes voor de kinderen. Bestemming: Sint-Michielsgestel. “Dat bleek tijdelijk. Mijn moeder was een rusteloze vrouw. We begonnen een zwervend bestaan. Grave, Mook, Doorwerth. Ik heb op zes verschillende mavo’s gezeten.”

Zelfspot
Toen Ingrid zestien was, viel het kwartje. Haar twee oudste broers hadden nooit vriendinnetjes. Jongens vonden ze veel leuker. Op haar beurt kreeg Ingrid meer oog voor meiden dan voor jongens. Laconiek: “Drie van je vijf kinderen gay. Dat is niet weinig. En moeder had het al zo pittig, dachten we in stilte.” In Huize van Scharrenburg zou zelfs een roze kwartet ontstaan: een verklaard heteroseksuele zus verbrak uiteindelijk haar huwelijk en ontdekte de vrouwenliefde. Ingrid, niet wars van zelfspot: “Maar een ander zusje is gelukkig wel normaal getrouwd.” 

Volgauto
Nature of nurture? Ach, om het even. Volgens Ingrid is homoseksualiteit voor een deel aangeboren, maar kunnen sociale omstandigheden de ontwikkeling ervan al of niet bevorderen. Nog één terugblik op haar jeugd: “Mijn moeder was regelmatig de kluts kwijt van verdriet, maar het sleet. Het was een verstandige vrouw, gastvrij en zonder oordelen. Weliswaar was ze gescheiden, maar mijn vader kwam nog elke dag langs. Hij kreeg zelfs een speciale band met moeder, mooier dan daarvoor.”
Exemplarisch voor haar moeders goedhartigheid: ze verwelkomde ook de nieuwe lief van haar ex-man, een vrouw die een jaar jonger dan hun oudste zoon was. “Bij de begrafenis van m’n vader zaten m’n moeder en zij samen in de volgauto. Ze werden aangekondigd als de weduwen-Van Scharrenburg.”

De dood
Het was niet de eerste keer dat de dood in Ingrids leven aanklopte. Nietsvermoedend had ze telkens opengedaan – Brabantse gastvrijheid heeft ook schaduwzijden. Op haar eenentwintigste kreeg ze een auto-ongeluk met haar eerste grote liefde Han. Zij was op slag dood, Ingrid had geen schram. Hun liefde was vijf maanden oud. Ingrid zou ook haar oudste broer verliezen. Op z’n drieëndertigste kwam hij onder een trein – nee, ongewild.

Ram
In 1979 verliet ze Brabant. Met haar vriendin Mieke begon ze bar Vivelavie aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Een uitgesproken vrouwenplek, maar de deur zat niet potdicht. Iedereen was welkom. In de daaropvolgende dertig jaar zou Ingrids leven regelmatig het karakter van een lunapark krijgen. “Ik hou van afwisseling en beweging. Astrologisch ben ik een Ram. Snel verveeld, ongeduldig, opvliegend.” Liefdes kwamen en gingen – Loes, Els, Simone, Marijo, Jolanda. Met al haar ex’en heeft ze nog goed contact. Fijntjes: “Heb ik van m’n moeder.”

Hartenvrouw
Sinds drie jaar is Michelle haar liefde. Zij is chef tablegames in Holland Casino Rotterdam. Een hartenvrouw, bij wie Ingrid past. Ze spelen wel, maar vooral met de gedachte om samen te wonen. Nu woont Michelle in Rockanje en Ingrid in Den Bosch. Where the full house will be? Ze gaan er niet om kaarten. Komt tijd, komt raad.

Haar broer en zussen ziet Ingrid nog regelmatig. Als ze elkaar ontmoeten, komt de homoseksualiteit weinig ter sprake. Lachend: “M’n heterozusje zegt wel eens: ‘Ik ben de enige in dit gezin die niet normaal is.’ Het is voor ons gewoon. Mijn broer is 70, heeft een vriend van 33. Leven en laten leven. Dat vind ik belangrijk. Neem elkaar zoals je bent.”